De zwarte vlakken van het zonnewieken nemen een grotere lichtenergie op als de lichte vlakken. Daarbij wordt, door het sterker verwarmen van de lichtmoleculen aan de zwarte kant van de wieken, een hogere druk, die zorgt voor de draaibeweging. Deze draaibeweging ontstaat door lichtstraling van alle lichtbronnen behalve LED en Neonlicht. Hoe sterker het licht is, des te sneller draaien de wieken. De draaikracht op de wieken moet daarbij groter zijn, dan de weerstand van de luchtmoleculen. Daarom wordt de glazen bol gedeeltelijk vacuüm gemaakt.

Hiermee is een lichtmolen eigenlijk een kleine zonne-energie-centrale.